Online oefenen bij dit boek:
Thema: eten en drinken
Spreekwoorden (lijst kopi�ren en plakken in het eerste vak van een oefening op deze pagina)
Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten# |
Water bij de wijn doen# |
Dat scheelt een slok op een borrel# |
De appel valt niet ver van de boom# |
Zich het brood uit de mond sparen# |
De een zijn dood is de ander zijn brood# |
Dat komt voor de bakker# |
Weten hoe de vork in de steel zit# |
Dat is gesneden koek# |
Ergens wel pap van lusten# |
Iemand in zijn eigen sop gaar laten koken# |
Zo zout heeft hij het nog nooit gegeten# |
Er voor spek en bonen bij zitten# |
Iets met een korreltje zout nemen# |
Op ieder potje past een dekseltje# |
Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijsten kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!
Betekenissen (lijst kopi�ren en plakken in het tweede vak van de oefening)
Je beoordeelt de ander naar hoe je zelf bent# |
Minder hoge eisen stellen# |
Dat maakt veel verschil# |
Kinderen lijken vaak op hun ouders# |
Zuinig zijn# |
Wat voor de een slecht is, kan voor de ander goed zijn# |
Het komt in orde# |
Precies weten hoe het zit# |
Het is erg gemakkelijk# |
Iets heel lekker vinden# |
Zich niet met iemand bemoeien, niet helpen# |
Zoiets geks heeft hij nog nooit meegemaakt# |
Er wel bij zijn, maar niets te vertellen hebben# |
Iets niet al te serieus nemen# |
Iedereen kan een geschikte partner vinden# |