Spreekwoorden en gezegden, groep 7-8

Online oefenen bij dit boek:

 

Thema: eten en drinken

Spreekwoorden (lijst kopi�ren en plakken in het eerste vak van een oefening op deze pagina)

Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten#
Water bij de wijn doen#
Dat scheelt een slok op een borrel#
De appel valt niet ver van de boom#
Zich het brood uit de mond sparen#
De een zijn dood is de ander zijn brood#
Dat komt voor de bakker#
Weten hoe de vork in de steel zit#
Dat is gesneden koek#
Ergens wel pap van lusten#
Iemand in zijn eigen sop gaar laten koken#
Zo zout heeft hij het nog nooit gegeten#
Er voor spek en bonen bij zitten#
Iets met een korreltje zout nemen#
Op ieder potje past een dekseltje#

Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijsten kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!

 

Betekenissen (lijst kopi�ren en plakken in het tweede vak van de oefening)

Je beoordeelt de ander naar hoe je zelf bent#
Minder hoge eisen stellen#
Dat maakt veel verschil#
Kinderen lijken vaak op hun ouders#
Zuinig zijn#
Wat voor de een slecht is, kan voor de ander goed zijn#
Het komt in orde#
Precies weten hoe het zit#
Het is erg gemakkelijk#
Iets heel lekker vinden#
Zich niet met iemand bemoeien, niet helpen#
Zoiets geks heeft hij nog nooit meegemaakt#
Er wel bij zijn, maar niets te vertellen hebben#
Iets niet al te serieus nemen#
Iedereen kan een geschikte partner vinden#