Online oefenen bij dit boek:
Thema: hoofd
Spreekwoorden (lijst kopi�ren en plakken in het eerste vak van een oefening op deze pagina)
Een brok in je keel hebben# |
Aan iemands lippen hangen# |
Een grote mond opzetten# |
Iemand de mond snoeren# |
Uit je nek kletsen# |
Overal je neus in steken# |
Doen alsof je neus bloedt# |
Met je neus in de boter vallen# |
Zijn ogen in zijn zak hebben# |
Het gaat bij hem het ene oor in en het andere uit# |
Nog niet droog achter je oren zijn# |
Niet het achterste van je tong laten zien# |
Op je tanden bijten# |
Iemand in de haren vliegen# |
Het voor zijn kiezen krijgen# |
Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijsten kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!
Betekenissen (lijst kopi�ren en plakken in het tweede vak van de oefening)
Door emotie niet goed uit je woorden kunnen komen# |
Heel geconcentreerd naar iemand luisteren# |
Brutaal reageren# |
Zorgen dat iemand zwijgt# |
Onzin praten# |
Je overal mee bemoeien# |
Net doen alsof je er niks vanaf weet en onschuldig bent# |
Op het goede ogenblik aankomen# |
Niet goed opletten of uitkijken# |
Hij hoort het wel, maar is het direct weer vergeten# |
Nog niet volwassen zijn# |
Niet alles vertellen wat je weet# |
Je inhouden om je ergernis niet te laten merken# |
Iemand aanvallen# |
Het zwaar hebben# |