Online oefenen bij dit boek:
Thema: lichaamsdelen
Spreekwoorden (lijst kopi�ren en plakken in het eerste vak van een oefening op deze pagina)
Gauw op je teentjes getrapt zijn# |
Door de knie�n gaan# |
Dat is me op het lijf geschreven# |
Iets niet over het hart kunnen krijgen# |
Iets uit de losse pols doen# |
Iemand op de zenuwen werken# |
Goed in zijn vel zitten# |
Een vinger aan de pols houden# |
Iemand op de vingers tikken# |
Op grote voet leven# |
Met de vuist op tafel slaan# |
Met je rug tegen de muur staan# |
Je borst natmaken# |
Ergens mee in je maag zitten# |
Dat kan je wel op je buik schrijven# |
Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijsten kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!
Betekenissen (lijst kopi�ren en plakken in het tweede vak van de oefening)
Snel beledigd zijn# |
Niet meer tegenstribbelen# |
Dat past precies bij mij# |
Iets laten omdat het voor jezelf of voor anderen vervelend kan zijn# |
Met gemak en zonder veel oefening# |
Iemand nerveus maken# |
Je al een tijd prettig voelen# |
Iets goed in de gaten blijven houden# |
Iemand duidelijk maken dat hij iets doet wat niet mag# |
Veel geld uitgeven# |
Duidelijk maken hoe je iets hebben wilt# |
In een situatie zitten waarin je geen mogelijkheden meer hebt# |
Je voorbereiden op iets wat moeilijk zal zijn# |
Ergens een vervelend gevoel over hebben# |
Dat kan je wel vergeten# |