Online oefenen bij dit boek:
Thema: scheepvaart
Spreekwoorden (lijst kopi�ren en plakken in het eerste vak van een oefening op deze pagina)
De beste stuurlui staan aan wal# |
De boot afhouden# |
Er is geen land met hem te bezeilen# |
Een oogje in het zeil houden# |
Zijn schepen achter zich verbranden# |
Aan lager wal raken# |
Je moet een beetje schipperen# |
Uit de boot vallen# |
Nog veel voor de boeg hebben# |
De boot missen# |
Schoon schip maken# |
Overstag gaan# |
Het zal zo�n vaart niet lopen# |
Onder zeil gaan# |
Alle zeilen bijzetten# |
Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijsten kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!
Betekenissen (lijst kopi�ren en plakken in het tweede vak van de oefening)
Een buitenstaander weet het altijd beter# |
Niet direct �ja� zeggen# |
Er is niets met hem te beginnen# |
Toezicht houden# |
Niet meer terug kunnen# |
In slechte omstandigheden komen# |
Je moet wat geven en nemen# |
Niet meer mee willen of kunnen doen# |
Nog veel te doen hebben# |
Te laat komen# |
Opnieuw beginnen# |
Toegeven# |
Het valt wel mee# |
Gaan slapen# |
Je uiterste best doen# |