Toetstrainer Nederland

Woordsoortenluchtspel (1): 2 spelers achter 1 computer
lw = lidwoord, ww = werkwoord, zn = zelfstandig naamwoord,
bn = bijvoeglijk naamwoord

Werkwoord (1)
Een werkwoord kun je in een andere tijd zetten.
Hieraan kun je werkwoorden herkennen

Werkwoord (2)
Je kunt van een werkwoord een zelfstandig naamwoord maken.
 

Werkwoord (3)
Je kunt van een werkwoord een bijvoeglijk naamwoord maken.
 

Bijvoeglijk naamwoord (1)
Een bijvoeglijk naamwoord kan ook achter een zelfstandig naamwoord staan.
Het zelfstandig naamwoord kan zelfs ontbreken.

Bijvoeglijk naamwoord (2)
Je mening kan een bijvoeglijk naamwoord zijn.
 

Voorzetsels
Memoryspel