Wiskunde klas 1
Werk bij voorkeur van boven naar beneden.
Wiskunde klas 2
Werk bij voorkeur van boven naar beneden.
Wiskunde vanaf klas 3
Variabelen, uitdrukkingen, herleiden, vergelijkingen
Variabelen en uitdrukkingen
In wiskunde gebruiken we vaak 'variabelen' in plaats van alleen maar cijfers.
Een variabele kan verschillende cijfers voorstellen.
We gebruiken voor variabelen letters, bijv. de a.
Als we daarmee gaan optellen, aftrekken, enz. ontstaat er een 'uitdrukking'.
a + 6 is een voorbeeld van zo'n uitdrukking.
Een ander voorbeeld is 6·b + 2.
Gelijksoortige termen
Als je gelijksoortige termen samenvoegt, ben je aan het 'herleiden' (= eenvoudiger schrijven).
Uitlegfilm Wat zijn gelijksoortige termen? Hoe voeg je ze samen?
Gelijksoortige termen samenvoegen
Kies 'Vrij oefenen' op de site van
Vergelijkingen (met 1 variabele)
Soms staat er achter een uitdrukking = 8 (of zoiets).
Voorbeeld: a + 6 = 8.
Dan spreken we over een 'vergelijking'.
Een vergelijking met slechts 1 variabele noemen we een 'lineaire vergelijking'.
Een vergelijking kun je oplossen: je kunt ontdekken welk getal de a moet zijn.
In ons voorbeeld moet a = 2 zijn, want 2 + 6 = 8.

Herleiden(1)
Herleiden (2)