Nederlands (vo)
- Grammatica
- Tekstbegrip
- Werkwoorden
- Beeldspraak
- Verder oefenen
- Aardrijkskunde
- Amn-toets oefenen
- Engels
- Frans
- Geschiedenis
- Nask Natuurkunde, scheikunde
- Wiskunde
Nederlands - Beeldspraak (stijlfiguren)
Theorie
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik, bijvoorbeeld bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken.
We onderscheiden verschillende soorten beeldspraak:
A. de vergelijking;
B. de metafoor (waaronder: personificatie en synesthesie);
C. de metonymia (of:metonymie).
A. Een vergelijking is meestal te herkennen aan de woorden 'als' en 'net'. Hij is zo rood als een kreeft. Ze is net (als) een nachtegaal. Ook bij de woorden 'van een' kun je denken aan een vergelijking: hij is een beer van een vent.
B. Bij een metafoor zijn de woorden 'als' of 'van een' weggelaten. Wel worden er twee dingen die op elkaar lijken, vergeleken: "Het is hier een zwijnenstal!" roept moeder, als ze Claires kamer ziet.
Een personificatie is een speciaal soort metafoor. Aan levenloze zaken (dingen) wordt een menselijke eigenschap toegekend: de oude auto kwam hoestend en proestend op gang.
Synesthesie is ook een speciaal soort metafoor. Bij synesthesie worden zintuigen vermengd: "Ik houd niet van al die schreeuwende kleuren." (horen en zien worden vermengd).