Spelling groep 5
Advertenties
Tweelingwoorden
Woorden met een voorvoegsel: oefening
begin, geluk, verhaal (cat. 13)
Uitlegfilm woorden met een voorvoegsel (be-, ge-, ver-)
Eer, oor, eur: oefening
peer, hoor, zeur (cat. 12)
Uitlegfilm eer, oor, eur
+ eer + eur
+ oor
Ooi, aai, oei: oefening
dooien, maaien, roeien (cat. 10)
Uitlegfilm aai, ooi, oei
Eeuw, ieuw, (uw): oefening
geeuw, nieuw, ruw (cat. 19)
Uitlegfilm eeuw, ieuw
-el: oefening
drempel (cat. 13)
Uitlegfilm woordenen met -en, -er, -el, -e
-elen, -eren, -enen: oefening
snuffelen, vergaderen, tekenen (cat. 23)
Achtervoegsel -ig: oefening
aardig (cat. 24)
Achtervoegsel -lijk: oefening
vrolijk (cat. 24)
Achtervoegsel -heid: oefening
snelheid (cat. 30)
Eigen woordenlijst
(laten) invoeren en oefenen maar!